Syndicat d'Initiative
de Cerfontaine
de Cerfontaine
Lambert van Maastricht
Voornaam van Germaanse oorsprong.
De voornaam Lambert is afgeleid van de samensmelting van "land" (land, of territorium) en "beraht" (stralend of beroemd).
De voornaam zou dus verwijzen naar een illustere persoon uit een bepaald territorium.
Rond 636 in Maastricht.
Rond 705 in Luik.
Lambert werd geboren in een aristocratische en gelovige familie in Maastricht.
Als adolescent werd Lambert, die zijn leven wilde wijden aan het christendom, de leerling van Theodare, bisschop van de regio Tongeren en Maastricht.
Theodare wordt afgebeeld in de muurschildering boven het altaar met Saint-Landoald, die ook een van de leraren van Lambert zou zijn geweest.
Toen Theodare werd vermoord, toonde Lambert charisma en liefdadigheid door de as van zijn voormalige leraar naar Luik terug te brengen. Vanwege zoveel toewijding en dankzij de goede reputatie die hij genoot bij het volk van Maastricht en bij Childeric II, koning van Austrasië, het koninkrijk waarin Lambert leefde, volgde hij Theodare op als bisschop.
Echter, in 675, werd Childeric vermoord en werd hij vervangen door Dagobert II, geplaatst door een zekere Ebroïn die de hofmeier van Neustrië was geworden. Dit dwong Lambert zich terug te trekken in het klooster van Stavelot, waar hij 7 jaar als eenvoudige monnik leefde.
Maar in 680 nam Pepijn II van Herstal de macht over in Austrasië en verzocht Lambert uitdrukkelijk om zijn oude bisschopszetel opnieuw in te nemen.
Vanaf dat moment evangeliseerde Lambert een groot deel van het huidige Belgische grondgebied door vele kapellen (zoals in Brognes en mogelijk in Cerfontaine), kerken en kloosters te stichten.
Arme Lambert werd helaas het slachtoffer van de hebzucht die zijn meester al het leven had gekost. Omdat hij de kerk wilde beschermen, maakte Lambert niet alleen maar vrienden.
Aan het begin van de 8e eeuw (tussen 696 en 705), weigerde Lambert de beker van de maîtresse van Pepijn II te zegenen (van wie hij vermoedde dat ze ontrouw was met haar zus), keerde hij terug van een feestmaal in Jupille. Op de terugweg werd hij vermoord door troepen van een zekere Dodon, een hoge functionaris van de staat, die nauw verbonden was met Alpaïde, de maîtresse van Pepijn II.
Lambert werd vermoord nadat hij terugkwam van een gebed in een kapel.
Vlak voordat hij stierf, zou Lambert zijn wapen hebben neergeworpen om zich aan God over te geven en zouden sommige van zijn aanvallers zijn gestorven aan ziekte of zelfverbranding.
Het lichaam van Lambert werd eerst door zijn discipelen met een boot over de Maas naar Maastricht gebracht, waar hij in een kerk werd begraven die nu verdwenen is.
De plaats van zijn moord werd omgebouwd tot een kapel die in 714 snel werd getransformeerd tot een basiliek in Luik, waardoor de stad zeer belangrijk werd.
Hubert, voormalige leerling van Lambert, die hem opvolgde als bisschop, bracht de relieken van Lambert naar Luik. Ze werden geplaatst in het gebouw dat de kathedraal van Onze-Lieve-Vrouw en Sint-Lambert van Luik zou worden, waarvan hij de beschermheilige is. Hij wordt gevierd op 17 september, de dag waarop de relieken terugkeerden naar Luik.
Een groot deel van de relieken van Lambert wordt nog steeds bewaard in de kathedraal van Luik, in een kunstwerk dat zijn buste voorstelt.
Cerfontaine heeft ook een botfragment van Lambert dat alleen uit de kerk wordt gehaald tijdens de processie van de Saint-Lambertsmars van Cerfontaine op 15 augustus. Dit bevindt zich in het kleine rode frame naast het altaar.