Maria of Miryam in het Hebreeuws.
Naam van Hebreeuwse oorsprong.
De naam Maria zou afkomstig zijn van de naam "Miryam", wat "beminde van God" of "ster van de zee" betekent.
1e eeuw voor Christus (tussen het jaar -20 en -15.)
Rond het jaar 50 of 60.
Maria is geboren in Nazareth, een klein stadje in Galilea, waarschijnlijk tussen het jaar 20 en 15 voor Christus.
Volgens de traditie is ze afkomstig uit vrome ouders, Anne en Joachim, en groeide ze op in het Joodse geloof, in afwachting van de Messias. Ze is zelf het resultaat van een wonderbaarlijke geboorte (zie de uitleg bij het standbeeld gewijd aan de heilige Anna.) Ze wordt waarschijnlijk opgevoed in een eenvoudig, nederig, maar diep spiritueel leven in een landelijke context.
In haar tienerjaren, terwijl ze verloofd is met Jozef, een rechtvaardige en gelovige timmerman, verandert haar leven wanneer een engel, Gabriël, aan haar verschijnt. Dit is de Aankondiging. Hij kondigt haar aan dat ze door God is uitgekozen om op wonderbaarlijke wijze een zoon te baren die de Zoon van de Allerhoogste zal zijn. Door deze opdracht te aanvaarden, wordt Maria de moeder van God.
Kort daarna bezoekt ze haar nicht Elisabeth, die zwanger is van Johannes de Doper. Maria spreekt een prachtig loflied uit: het Magnificat, dat een belangrijk liturgisch gebed is geworden.
In Bethlehem baart ze Jezus in een nederige stal. Ze voedt hem op, beschermt hem, brengt hem naar de tempel en vlucht vervolgens met Jozef naar Egypte om te ontsnappen aan de vervolging van Herodes. Terug in Nazareth, voedt ze Jezus op in de schaduw, in een bescheiden leven.
Aan het begin van het openbare leven van haar zoon is Maria aanwezig bij de bruiloft te Kana, waar Jezus door haar tussenkomst zijn eerste wonder verricht: water in wijn veranderen. Ze blijft dicht bij hem gedurende zijn hele missie, zelfs wanneer hij wordt afgewezen en veroordeeld. Bij de kruisiging van haar zoon staat ze daar, stil, maar trouw, ontvangt ze van Jezus een laatste opdracht: de geestelijke moeder van de mensheid worden.
Na de opstanding en hemelvaart van Jezus blijft Maria bij de apostelen. Ze is aanwezig op Pinksteren, wanneer de heilige Geest op hen neerdaalt en de geboorte van de kerk markeert. Hier eindigt haar directe historische spoor in de evangeliën, maar de christelijke traditie zegt dat ze daarna in Jeruzalem of Efeze (het huidige Turkije) heeft geleefd onder de bescherming van Sint-Jan.
Door de eeuwen heen is Maria diep geliefd en gebeden. Haar verering heeft zich over de hele christelijke wereld verspreid, met heiligdommen, mariale feesten, gebeden, erkende verschijningen (Lourdes, Beauraing), en een enorm belangrijke plaats in de kunst, muziek of poëzie.
Maagd, echtgenoot, moeder, discipel en koningin, Maria is vandaag de dag nog steeds de meest vereerde vrouwelijke figuur in het christendom, geliefd om haar zachtheid, trouw, nederigheid en unieke rol in de geschiedenis van het heil.
Rond het einde van haar leven sterft Maria vredig - of volgens sommige tradities, valt ze in slaap (Dormitie) - en wordt ze vervolgens lichamelijk en geestelijk in de hemel opgenomen, een gebeurtenis gevierd als de Tenhemelopneming. Ze wordt dan de Koningin van de Hemel, de universele moeder van alle gelovigen.
Maria verricht geen wonderen in de evangeliën, behalve de geboorte van Christus, maar ze is een bron van voorspraak in de christelijke traditie. Veel wonderen worden geassocieerd met haar verschijningen.
De verering van de Maagd Maria is een van de oudste en diepste in het christendom.
Al snel erkenden de eerste christenen in haar een uitzonderlijke vrouw: moeder van Jezus, moeder van God, nederige dienares van de Heer.
Door de eeuwen heen is haar beeld verder gegaan dan haar moederlijke rol: ze is een model van geloof geworden, een beschermster en een geestelijke koningin.
Aangezien Maria lichamelijk en geestelijk ten hemel is opgenomen, bestaat er volgens de katholieke traditie geen geauthenticeerde lichamelijke reliek.
Er is echter een traditioneel graf in Jeruzalem, een bedevaartsoord.
Er zijn ook voorwerpen met haar geassocieerd, zoals het huis van Maria in Efeze of de Mantel van de Maagd in Chartres, Frankrijk.